Driekwart van de bedrijven die groeiplannen heeft, wil deze groei in het buitenland realiseren. Dat blijkt uit een onderzoek door ING, waarvan de resultaten tijdens de opening van Techni-Show en Esef 2014 bekend worden gemaakt. Innoveren en samenwerken zijn noodzakelijk om de groeiambities te verwezenlijken, zegt professor Ben Dankbaar. Alleen met innovatie kan Nederland exportmarkten veroveren en het hoge welvaartsniveau in stand houden.
Jurjen Witteveen, economisch onderzoeker bij ING, ziet de toekomst voor de maakindustrie positief in. ING heeft in samenwerking met VNU Exhibitions onderzoek gedaan naar de groeiambities van de sector. Waar willen de ondernemingen de komende vijf jaar naar toe? Groeien in het buitenland blijkt bij driekwart van de bedrijven de belangrijkste ambitie te zijn, licht Jurjen Witteveen een tipje van de sluier op. Vooral de export naar Europa moet weer toenemen; de helft van de ondervraagde bedrijven heeft eveneens groeiplannen in Azië. “Vergeet echter niet dat veel Nederlandse producten via bijvoorbeeld export naar Duitsland, uiteindelijk toch in Azië terecht komen”, zegt Bert Woltheus, sectormanager Industrie bij ING. “De Duitse exportproducten sluiten beter aan op de wereldmarkt dan de Nederlandse. Maar als toeleverancier van de grote Duitse fabrikanten profiteren Nederlandse bedrijven wel mee van de groei van de wereldeconomie.”
Weer investeren
De bedrijven geven in het onderzoek aan extra te gaan investeren om hun groeiambities te verwezenlijken. Ze zijn van plan hun bestedingen aan sales, R&D en het kennisniveau van hun medewerkers op te voeren én hun machinepark uit te breiden. Arnold Koning, sectormanager Industrie bij ING: “Als je wilt exporteren, dan moet je een product maken met een hoge toegevoegde waarde. Het samenwerkingsmodel dat je in Nederland, met name in de Brainportregio ziet, kan dan uitstekend werken.” Samenwerken is de juiste weg vindt professor Ben Dankbaar. Hij is emeritus hoogleraar innovatiemanagement aan de Radboud Universiteit Nijmegen en ziet in de kleinschaligheid van de Nederlandse industrie niet alleen een zwakte, maar ook een sterkte. Daarnaast ziet hij dat bedrijven zoals een VDL Groep en Aalbers Industries een modus hebben gevonden om veel kleine bedrijven in één verband te laten opereren.
Loonkosten versus innovatie
Arnold Koning merkte het al op: alleen met innovatieve producten kan de Nederlandse industrie concurreren op wereldmarkten. Bert Woltheus ziet op dit punt duidelijk vooruitgang. “Inventiviteit en oplossingen voor de eindklanten bedenken, dat zit er wel in. En kleine bedrijven kunnen dat ook door kennis uit te wisselen en open te staan om van elkaar te leren.” Wat de Nederlandse maakindustrie beslist niet moet doen, vult Ben Dankbaar aan, is proberen te concurreren op kostprijs.
Personeelsschaarste
Want de uitkomsten van het breed uitgezette onderzoek, dat ING bij de opening van ESEF en Techni-Show presenteert, zijn dan wel positief; er zijn wel degelijk enkele valkuilen. Jurjen Witteveen noemt het opvallend dat de bedrijven aangeven massaal te willen groeien via export, maar dat strategische beleidsplannen veelal ontbreken. De grootste valkuil is de schaarste aan vakmensen. Dat ontstaat vooral door de grote uitstroom van ervaren babyboomers. Ben Dankbaar voorspelt knelpunten bij hoger opgeleiden en op mbo 3 en 4 niveau.
Innoveren
De Nederlandse industrie heeft toekomst, beklemtoont Ben Dankbaar. Na enige decennia van uitbesteding en offshoring, zitten we nu in een periode van stabilisatie van de internationale arbeidsverdeling. Dat komt enerzijds door stijgende loonkosten in lage lonen landen en de vaststelling dat kosten van het verplaatsen van productie stelselmatig te laag zijn ingeschat. Anderzijds komen bedrijven tot de conclusie dat succesvol innoveren vereist dat je kennis van het productieproces inbrengt. “Wie door innoveren concurrerend wil blijven, moet zorgen voor integratie van bedenken, ontwikkelen, maken en verkopen.” Precies wat het beurzen duo Techni-Show en ESEF toont: productietechnologie en slimme toeleveranciers die innovatieve producten maken voor wereldmarkten.
De uitkomsten van het ING-onderzoek naar de ambities van de Nederlandse maakindustrie, worden op dinsdag 11 maart tijdens de opening van Esef en Techni-Show gepresenteerd door Annerie Vreugdenhil, directeur zakelijk bij ING. Ook professor Ben Dankbaar spreekt tijdens dit evenement. Aanmelden voor gratis toegangskaarten voor de beurzen en de bijeenkomst kan via de websites www.esef.nl en www.technishow.nl Het ING-rapport is vanaf de eerste beursdag op deze websites beschikbaar.
(bron: persbericht VNU, foto: Hermle)