Het aantal hybridemachines, met additive manufacturing én verspaning, wordt steeds groter. Ook CAM-ontwikkelaars zijn druk bezig om specifieke tools voor 3D-metaalprinten in hun software te integreren. Maar waar blijven de toepassingen? En waar liggen belemmeringen? Daarover bericht vakblad Metaal Magazine in het oktobernummer dat 6 oktober is uitgekomen.
Op de EMO werden diverse hybridemachines getoond. Zo introduceerde Okuma de EX-lijn waarin de laser voor meer doeleinden dan alleen printen ingezet kan worden. Mazak liet de J-600AM Wire-Arcb zien, waarbij gekozen kan worden voor oplassen met lasdraad en daarna frezen. Dat maakt de nieuwe machine ondermeer geschikt voor reparatiewerk.
“In dit soort toepassingen zit de doorbraak van AM opgesloten”, zei Güngör Kara, wereldwijd applicatiedirecteur bij het Duitse EOS, op de AM-conferentie van Cesimo tijdens de EMO.
‘Leiderschap nodig’
EOS ziet AM al duidelijk als onderdeel van Industrie 4.0, de trend naar digitaal produceren. Maar een van de bottlenecks is dat klanten niet weten waar ze moeten beginnen. Dan is de kans groot dat het topmanagement zegt: ‘we gaan wat met 3D-printen doen’, om het vervolgens aan het engineeringteam over te laten. “Er is leiderschap in de directiekamer nodig.
Carl Fruth, oprichter/CEO van FIT, ziet AM (in een ander artikel in Metaal Magazine) absoluut doorbreken in de serieproductie van metalen componenten. Hij stelt dat de doorbraak uit de software moet komen.
Lees de complete verhalen en toepassingen van metaalbedrijven in Nederland in Metaal Magazine nummer 6.
Geen abonnee?