Business-to-customer of business-to-business wordt óók in de metaal steeds vaker business-to-user. Dat betekent dat metaalbedrijven niet meer betalen voor de aanschaf van machines maar voor het gebruik ervan, ongeacht het merk. Dat zei Prof. Dr.-Ing Thomas Bauernhansl, director van het Institut für Industrielle Fertigung und Fabrikbetrieb (IFF) van de universiteit van Stuttgart, tijdens de EMO Hannover Preview.
Volgens Bauernhansl is daarvoor een digitaal platform noodzakelijk, niet voor één verkopende partij en één machine maar juist zo veel mogelijk leveranciers/fabrikanten met hun machines. Hij verwacht dat er per industrie 1 tot 3 grote platforms ontstaan. Deze connectivity maakt ontwikkelingen zoals bij Schunk en Trumpf mogelijk. Schunk heeft een platform, waarbij gebruikers hun eigen grijpervingers kunnen samenstellen. Ze ontwerpen de grippers en via het platform komt het model bij de service provider die het uitprint en direct naar de klant stuurt. Trumpf deed hetzelfde met ponsgereedschappen voor een snellere levering waardoor de productiviteit verhoogt. Ook bedrijven als Siemens gebruiken de positieve effecten van een platform, vertelt hij. “Daarnaast zijn er bedrijven die tussen uw machines en uw klanten in gaan zitten. Dit zijn úw data en úw klanten. Als u niet snel meedoet, wordt u voorbijgelopen.”
Gebruik services
Bauernhansl sprak in zijn keynote speech over Industrial Internet of Things (IIoT) en waardecreatie door het creëren van platforms. Hij wees onder meer op Virtual Fort Knox, het open cloud IT-platform voor de producerende industrie, die machines en services verbindt. “Die services kunnen van verschillende providers komen. In feite is het een andere manier van het verkopen van software. Voorheen was een tool duur, dus hielden gebruikers deze na aanschaf jaren aan. Nu kan op elk denkbaar moment van provider gewisseld worden. Dan gaat het om het gebruik van de services, niet meer om het ERP. Dit zit ook niet meer in de machines zelf, zodat de architectuur van de machine verandert. Kijk naar Liebherr met Griff in der Kiste, waarbij robots die gebruikt worden voor het grijpen bijvoorbeeld uiteindelijk niet meer geprogrammeerd hoeven te worden omdat ze ‘leren’ van ervaringen van andere robots (het netwerk). Dit komt er heel snel aan, in steeds grotere stappen.”
‘Niet meedoen is geen optie’
Connectivity, dus het delen van informatie, in platforms is hierbij van essentieel belang. Niet meedoen is volgens hem geen optie. “Want als we niet oppassen, profiteren bedrijven à la Google en Apple. Je ziet in de automotivesector al dat ze op allerlei manieren ín de auto proberen te komen. Autofabrikanten als VW en Daimler wilden dat niet en kwamen er al snel achter dat ze niet alleen een vuist kunnen maken. Ze zijn dus wel gedwongen om samen te werken. Dat zien zij nu in.” Hij refereerde aan een Chinees spreekwoord: ‘Als de wind waait, bouwen sommigen muren. Anderen bouwen windmolens’.
Uit het publiek kwam de opmerking dat niets over hacking en randsomware verteld is. “Dat klopt”, aldus Bauernhansl, “maar ons netwerk heet niet voor niets Ford Knox. Beveiliging is een heel belangrijk onderwerp voor ons. Toch kun je hacking nooit helemaal uitsluiten. Maar vaak is het geen technologisch probleem maar een cultureel probleem. Het gaat erom hoe medewerkers binnen een bedrijf omgaan met de procedures en hoe de technologie gebruikt wordt.”
EMO 2017
Tijdens de EMO Preview in Hannover konden 36 bedrijven elk in 2 minuten pitchen wat zij voor noviteiten op de beurs laten zien. EMO Hannover 2017 vindt plaats van 18 tot en met 23 september.