Gisterochtend werden om 10.00 uur de Techni-Show en Esef feestelijk geopend door Ineke Dezentjé-Hamming van de FME-CWM. Een robot schonk glaasjes champagne in, waarna het glas geheven werd op een goede beurs. Daarna vond het openingsseminar plaats met als thema ‘Het belang van de maakindustrie in Nederland’.
Tijdens het Openingsseminar werd met nadruk gesproken over de Nederland als industrieland. Ineke Dezentjé-Hamming (FME-CWM) vindt dat de Nederlandse maakindustrie trots kan zijn op datgene wat er nu geproduceerd wordt. “Het zijn innovatieve producten, die bijdragen aan ons welzijn op het gebied van zorg, milieu en duurzaamheid. Deze producten worden over de gehele wereld geëxporteerd. Daarom is doorontwikkelen in crisistijd ook zo belangrijk. Want is technische sector is voor 70% afhankelijk van de export.”
De openingsceremonie vond plaats in de centrale hal van de Jaarbeurs in Utrecht. Veel bezoekers waren getuige van de ober-robot die een glaasje champagne schonk (foto: Paul Quaedvlieg)
“Maar de innovatie moet niet alleen van de ondernemers komen,” benadrukte Dezentjé-Hamming. “Ook Den Haag moet blijven investeren in bijvoorbeeld de modernisatie van de arbeidsmarkt. Er moet in ieder geval niet bezuinigd worden op onze concurrentiekracht.” Daarna sprak Dezentjé nog haar bezorgdheid uit over het technisch onderwijs in Nederland. “Als Nederland tot de top wil blijven behoren hebben we gouden handjes en knappe koppen nodig. De verwachting is nu een tekort aan 150.000 mensen in 2015. Daar moet aan gewerkt worden.”
Daarna sprak Ger van de Endt (Trumpf Nederland) namens de FPT. “De maakindustrie houdt ons land rechtop. Nederland is vooral kennisconcurrerend. We moeten laten zien dat we hoogwaardige producten maken. Daarom is ook het thema van deze beurzen World Class Manufacturing. “Persoonlijk vindt van de Endt dat de FPT en de Nevat meer naar elkaar moeten groeien.”
Als laatste spreker was Rindert Wolters (Alucast) aan het woord namens de Nevat. “We moeten bedrijven helpen verder te professionaliseren. Dat kan alleen door goed opgeleid personeel in dienst te nemen. Opleiden is een taak van de overheid en daar schieten ze nu in tekort. Landen als Roemenië en Italië doen het zelfs beter op dat gebied.”