DB Technology (het bedrijf achter Esprit) rekent erop dat het aantal CNC-machines met additieve capaciteiten de komende jaren behoorlijk zal groeien. Binnen tien jaar zal zo’n 10 procent van de CNC-machines ook geschikt zijn voor 3D-metaalprinten, verwacht het bedrijf.
Het bedrijf introduceert op de komende EMO in Hannover de Esprit Additive Suite. Met deze nieuwe software kunnen zowel 3D printjobs voor poederbedmachines én hybride machines (met Direct Metal Deposition techniek) worden voorbereid. Programmeren, optimaliseren en simuleren van het totale proces gebeurt vanuit één softwareomgeving, meldt Made-in-Europe.nu.
“Vijfassig bewerken is een breed toegepaste bewerking geworden. Nu gaan we het decennium van additive in”, zegt Chuck Mathews, chief technology officer en executive vice president van DP Technology. “Wij rekenen erop dat binnen tien jaar 10 procent van de machines additieve capaciteiten zal hebben.” Dat vergt nieuwe programmeersoftware die op de EMO gepresenteerd wordt.
Poederbed of DMD
De Esprit Additive Suite bestaat uit meerdere delen. Afhankelijk of je met een poederbed metaalprinter werkt of een Direct Metal Deposition systeem (of hybride machine), is er een specifieke app beschikbaar. Beide apps lezen direct native 3D CAD-files in. Voor de hybride DMD-systemen (zoals die van Mazak) biedt de nieuwe software een geïntegreerde oplossing voor zowel het programmeren van de freesbewerking op deze multitaskingmachines als ook het 3D-metaalprinten. Esprit biedt in de app verschillende speciale strategieën voor de additieve bewerking aan. Zowel het additieve als subtractieve proces kunnen volledig worden gesimuleerd.
DB Technology staat op de EMO in hal 25, Stand D25
Bekijk ook:
