Het karakter van de wet- en regelgeving maakt het ondernemersklimaat in Nederland zodanig ongunstig dat bedrijven in de huidige dynamische wereldmarkt gedwongen zijn tot verplaatsing van productie naar het buitenland. Een snellere aanpassing hiervan is daarom hoogstnoodzakelijk. Dit zei FME-voorzitter Jan Kamminga afgelopen woensdag tijdens een werkbezoek met minister Brinkhorst van EZ aan FME-lidbedrijven.
Volgens de FME-voorzitter is het een gevaarlijke ontwikkeling dat, hoewel de omzet van het Nederlandse bedrijfsleven groeit, de activiteiten in eigen land steeds verder teruglopen. Hij noemt de gevolgen van de toenemende globalisering een urgent probleem dat directe actie van het kabinet vraagt. “De dynamiek in de wereld is enorm groot, we hebben geen tijd om rustig na te denken.” Minister Brinkhorst erkende dat het terugdringen van overdadige wet- en regelgeving voor het Nederlandse bedrijfsleven sneller moet gebeuren.
Het werkbezoek stond volledig in het teken van problemen die Nederlandse bedrijven ondervinden in de concurrentiestrijd met het buitenland. Zo is de Alphense multinational Hyva, een toeleverancier van de auto- en transportindustrie, bij uitstek een voorbeeld van outsourcing van productieactiviteiten aan het buitenland. Was in 2000 nog 65% van het personeel werkzaam in Nederland, in 2006 is dat nog maar 23%. Directeur Dijkstra zegt dat het prijskaartje van ‘Made in Holland’ de directe aanleiding is voor de verplaatsing van de totale productie naar het buitenland. “De kostprijs is door de hoge arbeidskosten in Nederland te hoog om te concurreren met andere landen”. De beperkte regelgeving in het buitenland geeft hij als tweede reden voor overheveling van activiteiten naar het buitenland. “De kosten die de Nederlandse regelgeving met zich meebrengt stapelen zich op. Nederland wordt steeds duurder in een alsmaar kleiner wordende wereld”.
Luxe jachtenbouwer Royal Van Lent in Kaag – het tweede bedrijf dat de delegatie bezocht – doet niet aan outsourcing van productieactiviteiten, maar heeft wel grote moeite met het vinden van vakbekwaam personeel. Als oorzaak noemt het de slechte aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven. Ook het slechte imago dat technische beroepen hebben, speelt een belangrijke rol. Zelfs een verregaande samenwerking met een Regionaal Opleiding Centrum (ROC) levert de jachtenbouwer niet genoeg nieuwe medewerkers op.