”Metaalbewerkers moeten opgewassen zijn tegen steeds meer taken”. Volgens Edwin Schlief van LCMC wordt het metaalbewerken een complexe bezigheid: exotische materialen, meerassige machines, moeilijke contouren, gekromde vlakken en ook de automatisering van het metaalbewerken rukt steeds verder op.
Om het geheel van machines, materialen, gereedschappen, hulpmiddelen als robots en complexe werkstukken te kunnen beheren, moeten metaalbewerkers steeds meer informatie beheren en verwerken. ”We leven in exponentiële tijden”, vertelde Edwin Schlief van LCMC (Less Clicks More Chips) onlangs tijdens een Esprit gebruikersdag in Amersfoort. Exponentieel wil zeggen dat de informatiehoeveelheid groeit volgens een logaritmische schaal. De informatieberg neeemt dus met een enorme snelheid toe.
Bij veeleisend freeswerk voor aerospace-toepassingen, hier op een machine van Chiron, neemt de datastroon nog toe door traceability-eisen (foto: Reinold Tomberg)
Samenwerken
Om uit de voeten te kunnen met al die gegevens is een hoog kennisniveau vereist. Bovendien moet je het goed bijhouden. Een moeilijke taak. Om dit reden zie je volgens Schlief dat een machineleverancier als DMG / Mori Seiki samenwerkt met een CAM-leverancier als Esprit. Het resultaat van die samenwerking is dat ingewikkelde machines als vijfassige bewerkingscentra met een implementatietijd van een paar weken inzetbaar zijn bij een metaalbewerker.
Nieuw bij Esprit is een standaard koppeling met de meet- en voorinstelapparatuur van Zoller. Laagland brengt deze machines in ons land op de markt. In een tweerichtingsverkeer (bidirectioneel) zijn gereedschapdata als gereedschapdiameter en -lengte uitwisselbaar (foto: Zoller)