Tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van de Kamer van Koophandel Oost-Brabant heeft FME-voorzitter Jan Kamminga zijn waardering uitgesproken voor de pogingen van het kabinet om de overdaad aan wet- en regelgeving terug te dringen. FME vindt echter dat het kabinetsbeleid pas een succes kan worden als de provinciale- en gemeentelijke overheden hun rol daarin tot speerpunt van hun beleid maken.
De vermindering van de administratieve lastendruk staat volgens de werkgeversorganisatie volstrekt onvoldoende op de agenda van de regionale en lokale overheden.
Drie belangrijke ontwikkelingen zijn nodig om het ondernemersklimaat in de regio’s, met name voor de industrie, te verbeteren.
- De procedures in het kader van regelgeving en vergunningen moeten drastisch worden vereenvoudigd.
- Er moeten geen regels worden ingevoerd als dat niet echt noodzakelijk is. Maak bijvoorbeeld geen algemene provinciale of gemeentelijke regel naar aanleiding van een specifieke kwestie.
- De kwaliteit van de overheidsdienstverlening aan ondernemingen moet sterk worden verbeterd. Belangrijk is daarbij de verhouding tussen het product van de dienstverlening en zijn prijs.
De FME-voorzitter heeft met genoegen vastgesteld dat de Kamers van Koophandel hun eigen procedures hebben vereenvoudigd. Voor hen is er een taak om, samen met regionale branche- en koepelorganisaties, de overheden voor te houden op welke wijze de bovengenoemde drie wensen kunnen worden gehonoreerd.
Kamminga is van mening dat in de komende jaren het vestigingsklimaat in provincies en gemeenten vooral wordt bepaald door de wijze waarop met regelgeving en vergunningverlening zal worden omgegaan.
De Rijksoverheid zou steun aan de regio’s en aan gemeenten mede afhankelijk moeten maken van hun medewerking om aan terugdringing van regelgeving mee te werken.