Leerlingen die meer in aanraking komen met techniek-praktijklessen (praktijkopdrachten, gastlessen en excursies) kiezen vaker voor bètagerichte vakken en zijn er ook positiever over. Daarnaast hebben ze meer zelfvertrouwen in deze vakken en hebben ze ook het idee dat ze het beter kunnen. Dit blijkt uit onderzoek van Jet-Net onder 1000 middelbare scholieren.
“Het betekent voor mkb-maakbedrijven dat hun inzet op het gebied van gastlessen, praktijkleren en excursies in bedrijven écht effect hebben op de instroom”, concludeert Marianne van Loenhout, beleidsmedewerker Onderwijs bij Koninklijke Metaalunie.
“Het is dus heel belangrijk voor hun bedrijf en de sector om dit vooral te blijven doen.”
Jet-Net heeft bij middelbare scholieren onderzocht in welke situaties ze juist wel kiezen voor een technisch profiel en waarom juist niet.
Inge van Soest, data-analist bij Platform Talent voor Technologie (PTvT), heeft samen met collega Nina Terpstra de analyse van het door Motivaction verrichte veldwerk gedaan.
Niet alleen aanleg
De belangrijkste eye-opener van het onderzoek is, vindt zij, dat er veel meer factoren van invloed zijn dan alleen een natuurlijke aanleg voor de bètavakken. Beeldvorming speelt daarbij een belangrijke rol.
Er liggen dan ook veel kansen om het beeld dat leerlingen van techniek hebben, te verhelderen.
Leerlingen die niet voor een technisch profiel kiezen blijken minder vaak het idee te hebben dat ze met een technisch profiel iets kunnen bijdragen aan de maatschappij.
“Toch blijkt uit het onderzoek dat ruim de helft dat wél belangrijk vindt”, vertelt Van Soest. “Bovendien denken deze leerlingen minder vaak dat je met een technisch profiel later nog alle kanten op kunt.”
Bijstellen beeldvorming
Er liggen in haar ogen dus grote mogelijkheden om de beeldvorming bij te stellen. “Want waarom zou je een technisch profiel kiezen als je er geen enkel beeld bij hebt?”
“Bij economie starten ze een eigen bedrijfje in de les, wat toch behoorlijk concreet voelt. Maar bij scheikunde doen ze een proefje en denken ze ‘Leuk, maar wat kan ik hiermee? En welke banen horen daarbij en wat ga ik dan verdienen?’.”
Verschil jongens en meiden
Wat verder opvalt bij het onderzoek is dat het verschil tussen jongens en meiden nog steeds groot is.
Docenten adviseren eerder een technisch profiel aan jongens dan aan meiden, net als de ouders. Dat heeft ook weer invloed op het zelfvertrouwen bij meiden, merkt Van Soest op.
Als een leerlinge stimulans krijgt vanuit school, en misschien ouders heeft die ook technisch georiënteerd zijn, dan groeit het zelfvertrouwen dat ze een bètaprofiel wel aankan, stelt ze.
Gender bias
Op Girls’ Day, afgelopen maart, werd Vrij voorsorteren op later uitgebracht over genderdiversiteit in bèta-beroepen. In dat onderzoek blijkt dat ‘gender bias’ en stereotypering sterk verweven zijn het in het hele onderwijssysteem.
Overigens vindt ongeveer een kwart van de leerlingen – van vmbo tot vwo – zelf nog altijd dat techniek meer iets voor jongens is dan voor meiden.
Invloed docenten
Uit het onderzoek blijkt dus ook dat de invloed van docenten op de keuze voor het wel of niet kiezen van een bètaprofiel groot is.
Docenten ontmoedigen leerlingen in de onderbouw vaak al omdat ze vrezen voor een langzame leerling in hun klas in de bovenbouw.
Mogelijk is dat een resultaat van de grote druk die er op docenten ligt. Maar het kan ook zijn dat ze zich niet helemaal bewust zijn van de impact die ze met dergelijke adviezen hebben, stelt Van Soest.
Invloed ouders
Ook de ouders hebben grote invloed op de pakketkeuze van hun kinderen. Ouders die ver van deze materie afstaan bieden geen stimulans. Of ze zien het gewoon niet als een optie voor hun kind.
Dat geldt extra voor leerlingen met een culturele achtergrond. Deze leerlingen, van wie minstens één ouder in het buitenland is geboren, krijgen minder vaak een bètatechnisch vakkenpakket aangeraden van hun ouders of verzorgers en hebben ook minder vaak ouders met een technische baan.
Jet-Net onderzoek
Jet-Net is een landelijk netwerk waarbinnen bedrijven en scholen samenwerken om jongeren in het onderwijs zelf de wereld van techniek te laten ervaren.
De online enquête is breed verspreid over verschillende scholen, regio’s, leerwegen en leeftijden. Dit om een zo groot mogelijke en diverse groep leerlingen te bereiken.
Sommige leerlingen stonden nog voor de profielkeuze en anderen hadden de keuze dus al gemaakt.
De uitkomsten van het onderzoek zijn vertaald naar 6 factsheets met daarin de belangrijkste conclusies.