Het blijven stimuleren van digitaliseren in de maakindustrie leidt tot hogere arbeidsproductiviteit en economische groei. Regionale kennis wordt verbonden en er ontstaan nieuwe bedrijven. Dat blijkt uit de evaluatie van het Programma Smart Industry dat staatsecretaris Mona Keijzer (EZK) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De samenwerking van bedrijfsleven en overheden in het Programma Smart Industry heeft een impuls gegeven aan de toepassing van digitale technologie in het midden- en kleinbedrijf in de maakindustrie.
Nationaal netwerk
Door de samenwerking binnen het programma is in 5 jaar tijd een nationaal netwerk van 50 kennis- en testcentra opgezet waar in totaal ruim 680 bedrijven aan deelnemen, stelt de evaluatie.
Het kabinet wil met de eind afgelopen jaar gepresenteerde Visie op de toekomst van de industrie in Nederland samen met het bedrijfsleven en kennisinstellingen inzetten op groei van de Nederlandse (maak)industrie.
Sterk uit crisis komen
Nederland heeft van oudsher een sterke positie, stelt het kabinet. Maar extra publiek en privaat investeren in innovatie en kennis is nú nodig om sterk uit de crisis te komen en de internationale concurrentiepositie te behouden.
De belangrijkste aanbeveling uit de evaluatie is dan ook om de maakindustrie te blijven stimuleren om te kunnen digitaliseren.
Meer dan miljard euro
“Het kabinet geeft zelf het goede voorbeeld door via het Nationaal Groeifonds meer dan een miljard euro publiek geld in technologieën als AI en quantum extra te investeren”, stelt Keijzer van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
“Het toepassen van deze en andere digitale technologieën leidt tot hogere arbeidsproductiviteit en toekomstige economische groei. Juist op deze toepassingen richt het programma Smart Industry zich.”
Aanbevelingen voor opschaling
De evaluatie toont volgens haar de effectiviteit van dit programma aan. “Het rapport biedt daarnaast nuttige aanbevelingen voor opschaling, zoals nationale coördinatie om regionale kennis te verbinden”, vervolgt Keijzer. “Het is belangrijk dat het nieuwe kabinet en de samenwerkende partners de Smart Industry strategie van de toekomst samen invulling geven.”
Regionale kennisinfrastructuur
Bijzonder aan de Nederlandse Smart Industry-aanpak is de regionale kennisinfrastructuur. Sinds de start is door de betrokken partijen 370 miljoen euro geïnvesteerd in een netwerk bestaande uit 45 Fieldlabs en 5 Smart Industry Hubs. Ruim 680 bedrijven nemen inmiddels deel aan deze praktijkomgevingen.
Nieuwe producten en bedrijven ontstaan
Doordat medewerkers relevante technologieën hebben leren toepassen, zijn nieuwe producten en diensten ontwikkeld. Uit de fieldlabs zijn 32 nieuwe bedrijven ontstaan.
Vanuit Fieldlab Technologies Added, waar startups en mkb bedrijven worden ondersteund bij het produceren en testen van een eerste series producten, zijn inmiddels 6 bedrijven begonnen met productie. Een voorbeeld is Sustainder uit Emmen, dat werkt aan slimme straatverlichting.
Programma Smart Industry
Sinds 2015 werken in het Programma Smart Industry, publiek-private partijen samen om bedrijven uit de maakindustrie te stimuleren met slimme technologie te gaan werken, dan wel verder te ontwikkelen.
Het ministerie van EZK werkt hierbij samen met brancheorganisatie FME, de Kamer van Koophandel, Koninklijke Metaalunie en TNO.