“De prognose dat een ieder zijn eigen reserveonderdelen op de 3D-printer thuis kan produceren, is inmiddels lang en breed van tafel geveegd,” zegt Dr. Wilfried Schäfer, directeur bij de Metav-organisator VDW (Verein Deutscher Werkzeugmaschinenfabriken) in Frankfurt am Main (D). De discussie gaat nu veel meer om de intrede van de 3D-print of de additive manufacturing (AM), zoals de professionals het benoemen, in de industriële serie- of op zijn minst kleine serieproductie. De weg van de jaren ’90 van de vorige eeuw tot nu liep via de Rapid Prototyping via Rapid Tooling tot Rapid Manufacturing.
Additive manufacturing wordt door Metav 2016 opgepakt ( 23 tot en met 27 februari 2016 in Düsseldorf (D)). Onder het motto ‘Power your Business’ presenteert de beurs in de ‘Additive Manufacturing Area’ additieve processen, materialen en dienstverlening rondom de 3D-printen. Naast de pure AM-systemen ontstaan ook hybrideconcepten waarbij AM-processen met het klassieke verspanen worden gecombineerd. “Dit is voor veel gebruikers een interessante benadering,” legt Schäfer van VDW uit (foto hieronder toont een voorbeeld van machinebouwer WFL).
Additive Manufacturing Area
Exposanten zijn enthousiast. Stefan Ritt van SLM Solutions in Lübeck (D) zegt bijvoorbeeld: “Additieve processen creëren nieuwe mogelijkheden voor de lichtgewicht constructies en complexe structuren. De Additive Manufacturing Area presenteert het potentieel voor kunststof- en metaaltoepassingen.” De mogelijkheden van AM worden duidelijk aan de hand van het voorbeeld van de robotgrijparmen van de firma Robomotion uit Leinfelden-Echterdingen (D). Zij zetten additief geproduceerde onderdelen seriematig in. Dankzij het 3D-printen kunnen de grijpers individueel aan de geometrie van het product worden aangepast. Zo kunnen bijvoorbeeld veren in de vingers van de grijpers worden geïntegreerd. Dankzij de opbouw in lagen kunnen bovendien luchtkanalen, slanghouders en cilinders voor de pneumatische elektrische aandrijving direct in de grijpers worden aangebracht. “De voordelen liggen voor de hand: de grijpers kunnen compacter en eenvoudiger worden gebouwd,” zegt Dr. Andreas Wolf, directeur van Robomotion. Ondertussen worden ook anderen machineonderdelen additief geproduceerd, zoals sensoren en flensplaten.
Industrialisering
“Natuurlijk zijn er nog talloze uitdagingen,” geeft Rainer Gebhardt aan, expert van de werkgroep Additive Manufacturing binnen de VDMA. Zo is het handmatige aandeel in de procesketen van de additieve productie momenteel nog hoog. Daarom werken aanbieders en gebruikers van additieve productieprocessen er binnen de werkgroep intensief aan om de industrialisering van de AM-productieprocessen en de automatisering te bespoedigen. Het onderzoek op het gebied van additieve productie houdt zich bezig met het bewaken van de kwaliteit zoals de reproduceerbaarheid, met het inzetten van nieuwe materialen en de rendabiliteit van de productie. Het wordt duidelijk dat de samenhang tussen de ingestelde parameters bij de productie en de kwaliteitskenmerken van de geproduceerde delen in veel gevallen nog exacter moeten worden onderzocht.
Congres- en vakprogramma
Een andere partner van de Additive Manufacturing Area op Metav is Rising Media. De congresorganisator uit de USA, organiseert op 24 en 25 februari 2016 een vakconferentie over het thema 3D-printen. In het kader van de Additive Manufacturing Area op Metav en de vakconferentie Inside 3D Printing wordt ook de met in totaal 100.000 US-Dollar gedoteerde International Manufacturing Award (IAMA) uitgereikt. Met de IAMA worden innovaties uit de industrie en de wetenschap voor de waardeketen van additieve productie onderscheiden. AMT, de brancheorganisatie voor metaalbewerkingsmachines uit de Verenigde Staten, en de VDW hebben op de IMTS (International Manufacturing Technology Show) de IAMA in september 2014 voor het eerst aan het publiek gepresenteerd. Sinds 2015 word de prijs jaarlijks gemeenschappelijk uitgereikt.