In het tweede kwartaal van 2021 is de orderontvangst bij Duitse fabrikanten van bewerkingsmachines met 103% gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Binnenlandse bestellingen stegen met 81%; buitenlandse orders lagen 114% hoger dan het tweede kwartaal van 2020. De VDW verhoogt daarom de prognose voor de productie voor 2021. In de eerste helft van 2021 stegen de orders van Duitse leveranciers met 57%. De binnenlandse bestellingen lagen toen 38% hoger dan het voorgaande jaar, de buitenlandse 68% hoger.
Dat meldt de VDW, de Duitse vereniging van machinebouwers. “De industrie heeft de ommekeer veel dynamischer doorgemaakt dan aanvankelijk werd aangenomen en noteert, ondanks enkele leveringsproblemen, een sterke toename van haar orders”, zegt Dr. Wilfried Schäfer, directeur van de VDW, over het resultaat.

‘Ordervolume merkbaar hersteld’
Hoewel de zeer hoge groeipercentages ook kunnen worden verklaard door de zwakke vergelijkingswaarden van coronajaar 2020, heeft het ordervolume zich merkbaar hersteld. Het ligt met 4% slechts iets onder het niveau van vóór corona in 2019. Deze ontwikkeling is ook breed gedragen en toont de grote inhaalvraag aan bij investeerders vanuit de hele wereld.
‘Grote vraag uit China’
Katalysator voor deze ontwikkelingen is nog steeds het buitenland. Azië wordt nog altijd gedomineerd door de grote vraag vanuit China, dat goed is voor twee derde van het Aziatische ordervolume.
De activiteiten in de VS beginnen zich tevens te herstellen. Er zijn steeds meer tekenen dat de orders vanuit die regio in de toekomst sterker zullen aantrekken.
‘Vraag Europa trekt ook aan’
Ook Europa is merkbaar wakker geworden. Hier ondersteunen vooral fiscale beleidsmaatregelen met investeringsbevorderingsprogramma’s de vraag. Oostenrijk en Italië zijn goede voorbeelden. De binnenlandse markt volgt dit voorbeeld met enige vertraging. Over het geheel genomen is het niveau van de topjaren 2017/2018 echter nog een kwart verwijderd.
“Zonder de knelpunten en prijsstijgingen bij de toeleveranties (bijvoorbeeld elektronica, staal, plaatstaal) zou nog meer mogelijk zijn”, vat Schäfer samen.
‘Prognose: productiegroei 8%’
Tegen de achtergrond van een volledig herstel van de wereldeconomie wordt echter een verdere stijging verwacht. Dit heeft nu al gevolgen voor de productie in het lopende jaar.
Als gevolg van de aanzienlijke toename van het aantal orders komt Oxford Economics, de prognosepartner van de VDW, uit op een productiegroei van 8%. Dat is 2 punten hoger dan in het voorjaar. Dit zou het volume voor het lopende jaar op 13,2 miljard euro brengen.
‘Nog een weg te gaan’
“Er is echter nog een weg te gaan voordat we het topresultaat van 2018/2019 bereiken,” zegt Schäfer. Op dat moment behaalde de industrie een resultaat van 17 miljard euro.
De werkgelegenheid, een achterblijvende indicator van de economische ontwikkeling, daalt nog steeds. In juni had de sector bijna 8% minder mensen in dienst dan het jaar daarvoor. Dat waren ongeveer 64.200 vrouwen en mannen.
‘Geschoolde mensen nodig’
De werktijdverkorting is nu grotendeels voorbij. “Toch vrezen wij ook voor het tekort aan geschoolde arbeidskrachten, want onze industrie staat voor grote uitdagingen. Sleutelwoorden zijn de transformatie in de automobielindustrie, de energietransitie of de digitalisering. Om deze onder de knie te krijgen, hebben we mensen nodig die dat kunnen,” besluit Schäfer.
Belang sector metaalbewerkingsmachines
De Duitse bewerkingsmachine-industrie is een van de 5 grootste takken van de machinebouw. Zij levert productietechnologie voor metaalbewerking aan alle takken van de industrie en draagt in belangrijke mate bij tot de innovatie en de productiviteitswinst in de industrie, stelt de VDW
Omdat deze sector, aldus de VDW, een absolute sleutelpositie inneemt in de industriële productie, is de ontwikkeling ervan een belangrijke indicator voor de economische dynamiek van de gehele industrie.
In 2020 produceerde de sector machines en diensten ter waarde van 12,2 miljard euro met gemiddeld zo’n 70 000 werknemers (bedrijven met meer dan 50 werknemers).