Boren in metaal is een klusje dat voor de gemiddelde doe-het zelver niet zo vaak voorkomt. Maar als het een keer nodig is, kun je beter goed voorbereid zijn. Want niets is vervelender als het boortje en de boormachine wegglijden op het metaal of aluminium of dat je ziet dat het gereedschap flink versleten is na de bewerking…
Het is in de eerste plaats zaak om de goede boortjes te gebruiken. De metaalboor herken je aan de scherpe punt en ze worden aangeduid met de afkorting HSS (High Speed Steel). Er wordt onderscheid gemaakt tussen de HSS-R en HSS-S. Laatstgenoemde gaan langer mee.
Bijna alle boormachines zijn geschikt om in metaal te boren. Het boortje moet immers zijn werk doen. Om wegglijders bij het boren te voorkomen, kun je het beste een putje maken in het werkstuk waar geboord moet worden. Grote gaten kun je het beste voorboren met een 3 of 4 mm. De kunst is om op een laag toerental te boren. Hoe groter de gaten en hoe harder het materiaal, hoe lager het toerental. Een andere tip is om bij het boren in harde metaalsoorten altijd boorolie te gebruiken om zowel het materiaal als het boortje te koelen. Zo slijt je gereedschap veel minder snel.